Wat is odynofagie en dysfagie? 
In principe zijn dit 2 totaal verschillende begrippen, maar deze liggen zeer nauw bij elkaar. 
Bij odynofagie ervaart de zorgvrager retrosternale pijn bij het slikken, bij dysfagie heeft de zorgvrager last van slikproblemen.

Zowel odynofagie als dysfagie kunnen ernstig zijn, en op deze manier de kwaliteit van leven zeer sterk beïnvloeden. Een slikproblematiek kan leiden tot onvoldoende inname van voeding en vocht, waardoor er al zeer snel algemene achteruitgang kan optreden (Ritmeijer et al, 2001).

  • Odynofagie:
    Pijn bij het slikken kan verschillende oorzaken hebben. Dit kan ontstaan door orale mucositis (graad 3 of 4), slechte mondhygiëne, een niet-passend kunstgebit, nuttigen van voeding met scherpe randen, ...
    Het is belangrijk de oorzaak te achterhalen en indien mogelijk te behandelen. 

  • Dysfagie:
    Dysfagie is een uitdagende problematiek, er zijn veel verschillende oorzaken waarom de zorgvrager te kampen kan krijgen met dysfagie. Dit kan gaan van algemene zwakte, tot een gedeeltelijke of volledige afsluiting van de oesophagus door tumorgroei.
    Het doorslikken van voeding, drank en speeksel is een complex samenspel van zowel de fysiologie als de anatomie. Er kan heel wat misgaan binnen het slikproces. Wat er juist zal doorgeslikt worden, is dus van groot belang voor het bepalen van de slikreflex. Wanneer het volume toeneemt, zal de duur en de breedte van de opening van de bovenste oesofaryngeale sluitspier toenemen, net als de duur van de sluiting van de luchtwegsluitspier. Ook de viscositeit van de bolus heeft een invloed bij het slikproces. Hierbij zijn verschillende zenuwen en spieren betrokken. De kleinste neurologische of structurele afwijking kan al een invloed hebben op het slikproces (Raber-Durlacher et al, 2012).

Het slikproces 

1. Voorbereidende fase:
Afhappen, kauwen en verzamelen van voedsel op de tong.

2. Mondfase: 
Voedsel zal getransporteerd worden van de mond naar de keel, met behulp van de tongspier. Het palatum molle sluit de neusweg af en de slikinzet zal volgen. 

3. Keelfase:
De spijsbrij vervolgt zijn weg door de eusophagus. Het epiglottis wordt naar beneden geduwd waardoor de trachea wordt afgesloten. Ook de plicae ondersteunen hier. 

4. Slokdarmfase:
De spijsbrij daalt verder af in de oesophagus, tot aan de maag.
(Maseland, 2020)

Behandeling odynofagie

Bij odynofagie is het belangrijk te achterhalen wat de oorzaak is en deze aan te pakken.
Wanneer er bij de zorgvrager bv. uitgebreide mucositis werd vastgesteld, is het belangrijk deze te behandelen.
Odynofagie kan voorkomen door een lokaal effect van de tumor. Doordat de tumor druk zal geven op bepaalde weefsels, kan er pijn ontstaan door druk ter hoogte van de zenuwen. Deze pijn kan ook ontstaan doordat de genuttigde voedingsconsistentie niet aangepast is aan wat de zorgvrager nog kan verdragen. Wanneer de oesophagus vernauwd is door tumorgroei, is het mogelijk dat eventuele vaste voeding vast blijft zitten en zo pijn veroorzaakt (Van Cutsem & Arends, 2005). De arts kan overwegen een stent te plaatsen ter hoogte van deze vernauwing. 

Behandeling van dysfagie
In veel gevallen zal een dysfagie geleidelijk ontstaan. Observatie tijdens een voedingsmoment door de verpleegkundige is dus zeer belangrijk. Deze zal in eerste instantie fungeren als de ogen en oren van de logopedist.

Er zijn 2 zaken waarop de verpleegkundige bedacht moet zijn:
- Regelmatige hoestbuien, opvallend hierbij is het kuchen of keelschrapen, tijdens het eten en drinken.
- Het veranderen van stemgeluid, de stem zal eerder ‘nat’ of ‘borrelig’ klinken.

Andere zaken om te observeren: kwijlen, hamsteren, zeer langzaam eten of net zeer snel (schrokken) en gewichtsverlies (van Beelen, 2018).

Indicaties tot een consultatie van de logopedist

Een verpleegkundige (of zorgkundige) observeert, rapporteert en consulteert een logopedist in functie van een vermoedelijk of gekend slikprobleem.
Een logistiek medewerker kan een vermoeden van een slikprobleem mondeling rapporteren aan de verpleegkundige, de verpleegkundige zal de patiënt observeren bij een daarop volgend voedingsmoment.
De diagnose zal gesteld worden door de logopedist (Slikprotocol voor verpleegkundigen op niet kritieke diensten (versie 2), n.d.).

  • Gekende slikproblemen in de voorgeschiedenis 
  • De zorgvrager of diens netwerk geeft aan dat slikken moeizaam gaat, zowel bij voeding, drank als medicatie
  • Er wordt gehoest na het drinken, er is een reutelende stemvorming na het slikken of de zorgvrager begint laattijdig te hoesten
  • Er blijven voedingsresten in de mond aanwezig (hamsteren)
  • Er is een gedaalde eetlust (voor of tijdens de opname)
  • De zorgvrager krijgt sondevoeding 
    (Slikprotocol voor verpleegkundigen op niet kritieke diensten (versie 2), n.d.).

Bij afwezigheid van de logopedist wordt onderstaand schema door de verpleegkundige gevolgd
(Slikprotocol voor verpleegkundigen op niet kritieke diensten (versie 2), n.d.).

Aandachtspunten bij dysfagie:

  • De voedingsconsistentie kan aangepast worden volgens de IDDSI-richtlijnen, het is belangrijk dat de zorgvrager zich hieraan houdt. Ook kan men het netwerk hierbij betrekken, en meedelen welke voeding/drank al dan niet toegestaan is.

  • Het hele slikgebeuren is een complex samenspel van verschillende spieren, het is dus af te raden om een gesprek te voeren tijdens de maaltijd.

  • Een slok water om de voeding makkelijker door te spoelen kan, maar dit enkel wanneer de zorgvrager nog voldoende controle heeft over de mondspieren. De vloeistof kan verslikking in de hand werken.

  • Drinken met een rietje of via een tuitbeker is af te raden, drinken via een neusbeker is in dit geval een beter alternatief. Door te drinken via een rietje of tuitbeker zal de zorgvrager geneigd zijn het hoofd meer naar achter te kantelen, dit is een houding die vermeden dient te worden. Door te drinken met een neusbeker wordt de zorgvrager gestimuleerd de kin meer naar de borst te houden, waardoor er minder kans is op verslikken.

  • Een goed rechtop zittende houding is belangrijk. Stimuleer de zorgvrager om aan tafel te gaan zitten. Indien dit niet mogelijk is omdat de zorgvrager bed gebonden is, is een goede rechtop zittende houding in bed aangewezen.

  • Controleer na de maaltijd op de mond volledig leeg is. Voer eventueel na de maaltijd een grondig mondtoilet uit, op deze manier kunnen ook de wangzakken gecontroleerd worden.

  • Het slikken van medicatie kan soms zeer moeizaam gaan. Medicatie heeft een coating en als deze in contact komt met water zal deze kleverig aanvoelen. Op deze manier kan de medicatie in de mond of oesophagus verkleven. Het is belangrijk dat er voldoende water gedronken wordt bij de inname van medicatie. 

  • Pletten van medicatie die per os genomen wordt kan, indien dit medicatie is die geplet mag worden. De werking van het geneesmiddel kan veranderen door deze te pletten. Sommige geneesmiddelen hebben een vertraagde afgifte, deze zal door pletten vernietigd worden waardoor de totale dosis in één keer vrij komt. Andere geneesmiddelen hebben een coating waardoor deze door de zure maag niet zullen vernietigd worden. Het medicijn zal door de zure maag geheel of gedeeltelijk vernietigd worden.

(Maseland, 2020)

 

Functionele behandeling van dysfagie ligt binnen het behandelingsgebied van de logopedist. Hierbij kan gedacht worden aan individuele spiertraining, bevorderen van de na-slik en subglottische drukopbouw. Om deze oefeningen uit te voeren is het nodig dat er een goed cognitief functioneren is en is een bepaalde motivatie van de zorgvrager nodig (Ritmeijer et al., 2001). 

IDDSI richtlijnen 

Slikproblemen komen zeer frequent voor. De logopedist zal bepalen welke voeding en drank slikveilig is, gebaseerd op de internationale IDDSI-richtlijn (International Dysphagia Diet Standardization Initiative). Deze richtlijn beschrijft de textuur van de voedingsmiddelen en de dikte van dranken op basis van acht niveaus, waarbij dranken ingeschaald worden op niveau van 0 tot 4 en voedingsmiddelen van 3 tot 7. 
Dit alles vraagt natuurlijk een multidisciplinaire aanpak. De logopedist beslist over de consistentie van de voeding, de diëtiste waakt over de inname van alle verschillende nutriënten. Afhankelijk van de evolutie van de zorgvrager kan de consistentie van de voeding eventueel aangepast worden. 

 

Microsoft Word - V2.0_IDDSI_DetailedDefinitionsTemplate NL_def correction.docx

RX slikact of RX slikfunctie
Bij een RX slikact of RX slikfunctie zullen er door middel van röntgenstralen foto's genomen worden van de larynx. De zorgvrager zal een bepaalde hoeveelheid contrastvloeistof toegediend krijgen en wanneer deze doorgeslikt wordt zullen er RX foto's genomen worden. Zo kan er duidelijk gemaakt worden of er ergens een vernauwing is of moeilijkere passage van drank of voeding. 

Het onderzoek is niet pijnlijk, de zorgvrager dient hiervoor niet nuchter te zijn.
Aangezien er een bepaalde hoeveelheid contrastvloeistof wordt toegediend, is het belangrijk na het onderzoek voldoende te drinken (minstens 2l water), om de contraststoffen uit het lichaam te elimineren. 

Animatie van de RX slikact: (38) My X Ray swallows - YouTube

 

Wanneer de RX slikact geen duidelijkheid kan bieden, kan er eventueel een FEES-onderzoek voorgeschreven worden door de arts, dit kan ook voorgesteld worden door de logopedist. 

Flexibele endoscopische evaluatie van het slikken, kortweg FEES-onderzoek 

Via een FEES-onderzoek kan geobserveerd worden of er vocht of voedsel tussen de plicae loopt en zo verder naar de trachea. Er zal duidelijk gemaakt worden welke voeding onveilig is, maar ook welke voeding als veilig kan beschouwd worden (van Beelen, 2018). 

Het FEES-onderzoek zal uitgevoerd worden door een NKO-arts in samenwerken met een logopedist. Via een laryngoscoop worden een aantal delen in de mondholte visueel
gemaakt (onder andere de mondholte, de larynx, de epiglottis en de oesophagus). De logopediste dient vloeibare, semi-vloeibare en vaste voeding toe en op deze manier kan de slikfunctie geëvalueerd worden.