
Nausea en braken komt frequent voor bij de oncologische zorgvrager die behandeld wordt met chemotherapie. Dit kan zowel acuut, tijdens toediening van chemotherapie of uitgesteld voorkomen. In de literatuur staat dit ook wel bekend als chemotherapie-geïnduceerde misselijkheid (= chemotherapy-induced nausea and vomiting ofwel CINV) (Kamer et al. 2014).
Nausea en braken zullen vaak gepaard gaan met vegetatieve verschijnselen zoals bleekheid, koud zweet, speekselvloed, tachycardie en diarree (Koelewijn en Wanrooij, 2005).
De zorgvrager kan ook te kampen krijgen met retching (kokhalzen), dit zijn ritmische bewegingen in de vorm van hevige oprispingen, al dan niet gevolgd door braken. Ook regurgitatie kan voorkomen, het terugvloeien van de inhoud van de slokdarm tot in de mond, dit gaat vaak gepaard met nausea (misselijkheid en braken bij de palliatieve patiënt (versie 1), 2010).
Oorzaken
Nausea en braken kunnen verschillende oorzaken hebben, deze kunnen ook gecombineerd voorkomen.
Klassieke conditionering kan ook aan de basis liggen van nausea en braken, dit is regelmatig het geval bij chemotherapie. Een zorgvrager die eerder chemotherapie kreeg en hierbij last had van nausea en braken, kan deze gevoelens weer oproepen waardoor het gevoel van nausea weer kan opspelen. Dit wordt anticipatoire nausea genoemd (Koelewijn en Wanrooij, 2005).
Lokalisatie en uitbreiding van een tumor of metastase, ascitesvocht of een obstructie in het gasto-intestinale stelsel kunnen aan de basis liggen van nausea en braken.
Hiernaast kunnen nog andere zaken nausea en braken in de hand werken.
Persisterende klachten kunnen leiden tot dehydratatie, metabole ontregeling, ondervoeding, bloedbraken, aspiratiepneumonie, stoppen van radio- of chemotherapie en verminderde therapietrouw (misselijkheid en braken bij de palliatieve patiënt (versie 1), 2010).
Anamnese
Het is belangrijk om als verpleegkundige een goede anamnese af te nemen bij de zorgvrager om op deze manier de juiste oorzaak te achterhalen.
- Opgeven van onverteerd, niet zuur voedsel na slikken ➝ afwijkingen van slokdarm met regurgitatie
- Grote hoeveelheid braaksel, meer dan 1 uur na de maaltijd ➝ vertraagde maaglediging
- Houdingsafhankelijk ➝ Bij stase van vocht in de maag, infiltratie mesenterium/peritoneum of overprikkelbaarheid van het vestibulair apparaat
- (Ochtend)braken met hoofdpijn of neurologische uitval ➝ intracraniële drukverhoging
- Braken met dorst, polyurie, obstipatie, sufheid en/of verwardheid ➝ hypercaliëmie
Het is belangrijk elke shift nausea en braken te bevragen bij de zorgvrager, zo kan je als verpleegkundige een overzicht krijgen van het verloop van de klachten en het effect van de uitgevoerde interventies (misselijkheid en braken bij de palliatieve patiënt (versie 1), 2010).
Behandeling en tips naar de zorgvrager toe
Om een correcte behandeling op te stellen, is het belangrijk eerst de oorzaak aan te pakken en dan pas de symptomen.
- Wanneer een zorgvrager geneesmiddelen neemt die deze klachten kunnen veroorzaken kan navraag gedaan worden of de dosis kan aangepast worden, of dat het geneesmiddel kan gestaakt worden.
- Wanneer de zorgvrager te kampen krijgt met ascitesvocht, kan een drainerende punctie redding bieden (zie afbeelding).
In een palliatieve setting kan eventueel een pigtail-drain geplaatst worden. Op deze manier zal er een continue afvloei zijn van ascitesvocht, waardoor de zorgvrager minder last zal ondervinden.

- Wanneer er een verhoogde intracraniale druk is, kan dit druk geven op het braakcentrum in de hersenen. Door toediening van Solu-Medrol 40mg intraveneus kan de druk afnemen. Het aantal toedieningen per dag kan sterk variëren, van 1 keer 40mg Solu-Medrol IV per dag tot zelf 3x keer per dag. De arts zal beslissen hoeveel dosissen nodig zijn. Eventueel kan een operatieve ingreep of radiotherapie uitgevoerd worden.
- Hevige pijn kan ook aan de basis liggen van nausea en misselijkheid. Het is dan raadzaam het pijnbeleid van de zorgvrager naar behoren toe te passen en eventueel met de behandelende arts bespreken om het pijnbeleid te herbekijken.
Let wel op, bepaalde pijnstilling (zoals Tradonal) kan ook nausea en braken in de hand werken.
- Wanneer er angst is voor nausea en braken, kan dit al genoeg zijn om dit effectief te veroorzaken. Het is belangrijk om met de zorgvrager in gesprek te gaan, en deze zijn/haar angsten te laten benoemen (Koelewijn en Wanrooij, 2005).
- Chemotherapie is een belangrijke oorzaak van nausea en braken. Het emetogene centrum in de hersenen zal geprikkeld worden. Wanneer een zorgvrager actief chemotherapie toegediend krijgt, zal deze voor aanvang van elke chemokuur een langwerkend anti-emeticum toegediend worden, Akynzeo 300mg/0.5mg per os.

Akynzeo 300mg/0.5mg
Akynzeo 300mg/0.5mg zorgt ervoor dat de prikkels naar het emetogene centrum minder worden tegengehouden waardoor de zorgvrager minder klachten zal ervaren.
Indien er nog klachten zijn van nausea en braken, kan een tweede anti-emeticum gegeven worden (bv: Litican 50m, dit maximaal 6 keer per dag, zowel IV als per os).
Zijn de klachten dan nog steeds niet onder controle zijn, kan eventueel nog Ondansetron 4mg/2ml intraveneus toegediend worden, twee keer per dag.
- Wanneer er klachten zijn van nausea en braken tijdens de chemokuur, is het belangrijk dat de zorgvrager luistert naar zijn lichaam. Deze mag zich niet forceren om te eten. Daarom is het aan te raden 6 kleinere maaltijden over de dag te nuttigen in plaats van 3 grote maaltijden. Tussen 2 chemokuren door is het belangrijk dat de patiënt zijn schade inhaalt door wat extra bij te eten en eventueel een extra bijvoeding te nuttigen (Former et al., 2017).
- Indien obstipatie de oorzaak is van nausea en braken, moet dit probleem worden aangepakt.
Er zal gestart worden met Movicol per os, 2 tot 3 keer per dag. Indien de zorgvrager na een aantal dagen nog geen stoelgang heeft gehad, is het aan te raden de laxantia op te drijven. Dit dient met de behandelende arts besproken te worden.
Eventueel kan er een lavement gegeven worden (Microlax, Laxavit of Cleen), met of zonder rectale sonde.
Er kan aan de arts voorgesteld worden een RX abdomen te nemen om de eventuele obstipatie meer visueel te maken.
- Radiotherapie kan aan de basis liggen van nausea en braken. Indien de zorgvrager kort voor de maaltijd radiotherapie krijgt kan het raadzaam zijn de maaltijd een tweetal uur uit te stellen, zeker wanneer het bestralingsgebied zich bevindt ter hoogte van het gastro-intestinale stelsel. Het is ook aan te raden dat de zorgvrager een licht verteerbare maaltijd nuttigt (bv: thee en beschuit).